hebben Dutch - Turkish
1.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen)
-
Turkishneeded
2.
-
Dutchbezitten, hebben
3.
-
Dutchbereiken, het gemaakt hebben
4.
-
Dutchvrezen, schrik hebben, bang zijn, vrezen
5.
-
Dutchvechten, worstelen, qualifiernl
-
Turkishmücadele etmek
6.
-
Dutcheen hekel hebben aan, qualifiernl
7.
-
Dutchniet ter zake doen, er niks mee te maken hebben, irrelevant, onbelangrijk
-
Dutchniet ter zake doen, er niks mee te maken hebben, irrelevant, onbelangrijk
8.
-
Dutchvoorradig zijn, in stock hebben, op stock houden
9.
-
Dutchhebben
-
Turkishsahip olmak , usually expressed with expressions: "benim ...(I)m var" - I have, "senin ...(I)n var" - you have , etc.
-
Dutchhebben, zijn
-
Dutchhebben
10.
-
Dutch(een) miskraam hebben, checkvoortijdig bevallen
11.
-
Dutchvoorradig zijn, in stock hebben, op stock houden
12.
-
Dutchbetreuren, berouw hebben
-
Turkishpişman olmak
13.
14.
-
Dutchvoorradig zijn, in stock hebben, op stock houden
15.
-
Dutchseks hebben
16.
-
Dutchvan mening verschillen, een afwijkende mening hebben, een minderheidsstandpunt innemen
17.
-
Dutch(archaic) derven, ontberen, missen, gebrek hebben qualifier
-
Turkishyoksun olmak
18.
-
Dutchveroorzaken, leiden tot, tot gevolg hebben
-
Turkishsonuçlanmak
19.
-
Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen
-
Dutchtoegang hebben (tot)
20.
-
Dutchin staat (de
21.
-
Dutchzin hebben
22.
-
Turkishcan atmak, çok istemek
23.
-
Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden
-
Turkishhoşlanmak, sevmek
-
Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden
-
Turkishsevmek, hoşlanmak, hoşuna gitmek, beğenmek
24.
-
Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen
-
Dutchtoegang hebben (tot)
25.
-
Dutchwas het maar zo dat, or use auxiliary hebben with inversion and
-
Turkishkeşke
-
Dutchwas het maar zo dat, or use auxiliary hebben with inversion and
-
Turkishkeşke
26.
-
Dutchte maken hebben
27.
-
Dutchbezwaar hebben, protesteren, bezwaar maken
28.
-
Dutchvereisen, nodig hebben, behoeven, benodigen
-
Turkishgereksinmek, gereksinim duymak, gereksinimi olmak, ihtiyaç duymak, ihtiyacı olmak, lazım olmak,
-
Dutchmoeten hebben
29.
-
Dutchvastbenoemd zijn, een vaste benoeming hebben
30.
-
Dutchliefhebberen, als liefhebberij hebben
-
Turkishtakılmak qualifier
31.
-
Dutchseks hebben
-
Turkishseks yapmak, sikişmek
English translator: Dutch Turkish hebben Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare