faire Dutch - Georgian
1.
2.
-
Dutchskateboarden
3.
-
Dutchmeid
4.
-
Dutchwachtwoord
-
Georgianპაროლი
-
Dutchwachtwoord
-
Georgianპაროლი
5.
6.
-
Dutchstappen
7.
8.
-
Dutchbedienen
9.
-
Dutchafhalen van ...
10.
-
Dutchrijmen
11.
-
Georgianლობირება
12.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
13.
-
Dutchlopen, wandelen
14.
15.
-
Dutchsikkeneurig zijn
16.
17.
-
Dutchvellen
18.
-
Dutchinlopen (for shoes)
19.
-
Dutchwacht
-
Dutchopletten, uitkijken
20.
-
Georgianნათელს მოფენს
21.
-
Dutchontmoeten, leren kennen
-
Dutchovereenstemmen met, beantwoorden aan, vervullen
22.
-
Georgianneeded
23.
-
Dutchachteruitrijden
-
Dutchachteruitrijden
24.
-
Dutchcomplimenteren, een compliment geven
25.
-
Georgianგაზებზე გასვლა, გაკუებაგაცუება
26.
-
Georgianneeded
27.
-
Dutchopletten
28.
29.
-
Dutchthee zetten
30.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
31.
-
Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,
-
Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,
-
Dutchsodemieter op
-
Dutchsodemieter op
32.
-
Dutchop de koop toe, bovenop
33.
-
Dutchsnowboarden
34.
-
Dutchrazen
35.
-
Dutchvragen
36.
-
Georgianმორიდებაგაფრთხილება
37.
-
Dutchstoven, sudderen
38.
39.
-
Dutchwinkelen, inkopen doen, shoppen, boodschappen doen
40.
-
Dutchvragen
41.
-
Dutcheen buiging maken, zich buigen
42.
-
Georgianneeded
43.
-
Dutchplassen, urineren
-
Georgianშარდვა
44.
-
Dutchmaken
45.
-
Dutchrot op, donder op, flikker op, krijg de kanker, krijg de tering
-
Dutchrot op, donder op, flikker op, krijg de kanker, krijg de tering
46.
-
Georgianneeded
47.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
48.
-
Dutchschaden, beschadigen
49.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
50.
-
Dutch(een) miskraam hebben, checkvoortijdig bevallen
51.
-
Dutchprijzen, ophemelen
52.
-
Georgianneeded
53.
-
Dutchstrippen
54.
-
Dutchvragen
55.
-
Dutchvragen
56.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
57.
-
Dutchlaten getuigen, onttronen, uit het ambt ontzetten, eed getuigenis/ afleggen afnemen, verhoren
58.
-
Dutchbemind maken, in het gevlei komen
59.
-
Dutchschenken
60.
-
Dutchknipogen
-
Georgianთვალის ჩაკვრა, თვალით ნიშნება
61.
-
Dutchhoren, behoren, thuishoren
62.
-
Dutchridderen
63.
-
Dutchspijbelen
64.
65.
66.
-
Dutchvertrouwen
67.
-
Dutchopstoken
68.
-
Georgianჭიტლაყი
69.
-
Dutchpendelen
70.
-
Dutchscrollen
71.
72.
-
Dutchfietsen
73.
-
Dutchzich aanstellen, pronken met
-
Georgianმატრაკვეცა
74.
-
Dutchtikken
75.
-
Dutchmaken
76.
-
Dutchdoen barsten
77.
-
Dutchfietsen, rijden qualifier
78.
-
Georgianneeded
79.
-
Georgianსტკივა
80.
-
Dutchgenoegen nemen
81.
-
Dutchboeren
-
Georgianდაბოყინება
82.
-
Dutchde afwas doen, afwassen
83.
-
Dutchdoorgeven, doorvertellen
84.
85.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
86.
-
Dutchdoezelen
-
Georgianწაუძინებს, თვლემა
87.
-
Dutchneeded
88.
-
Dutchoptellen, bijtellen
89.
-
Dutchbieden
90.
-
Dutchschaduwen
91.
-
Dutchjoggen
92.
-
Dutchbabysitten, kinderen passen#Dutch
93.
-
Dutchontfutselen, ritselen
-
Dutchfoefelen, ritselen, zwendelen
94.
-
Georgianაფეთქება
95.
-
Dutchcheckliften, qualifiernl
-
Georgianneeded
96.
-
Dutchspijbelen
97.
-
Dutchde kat sturen, in de kou laten staan
98.
-
Dutchcheckpijn doen, checkzeer doen
-
Georgianსტკივა
-
Dutchpijn doen, kwetsen
99.
-
Dutchmanusje-van-alles, handige jongen
100.
-
Dutchzich aanstellen, pronken met
-
Georgianმატრაკვეცა
101.
-
Dutchoverdrijven
102.
-
Dutchrollen
103.
-
Dutchketsen
104.
-
Dutchverslaan, overwinnen
-
Georgianდამარცხება
105.
-
Dutchfalen
106.
-
Dutchopduiken, boven water komen, aan de oppervlakte brengen
107.
-
Dutchpercoleren, filteren, filtreren
108.
-
Dutchzeilen
109.
-
Dutchzich zorgen maken
110.
-
Dutchkrimpen
111.
-
Dutchin beroep gaan, in hoger beroep gaan
-
Georgianგასაჩივრება
112.
113.
-
Dutchbruinbakken
114.
-
Dutchplaybacken
115.
-
Dutchgeld doen circuleren
116.
117.
-
Dutchafgaan, floppen
118.
-
Dutchbekken trekken, grimassen
119.
-
Dutchnijgen
120.
-
Dutchgrand écart
121.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
122.
-
Dutcheen ei bevruchten, uitbroeden
123.
-
Dutchverantwoorden
124.
-
Dutchbakken, braden
-
Georgianneeded
125.
-
Dutchpruilen, de lippen tuiten
126.
-
Dutchhet bed opmaken
127.
-
Georgianneeded
128.
-
Dutchvragen
129.
-
Dutchuitsluiten, uitzonderen
130.
-
Dutchhet hof maken
-
Georgianneeded
131.
-
Dutchzappen
132.
133.
-
Dutchrechtsklikken
134.
-
Dutchflitsen
135.
-
Georgianდაბანვა
136.
-
Dutchpromoten (barbarism), bekend maken
137.
-
Dutchdoorsturen, doorverwijzen
138.
-
Dutchrechtsomkeert maken
-
Dutcheen totale ommekeer uitvoeren, het roer omgooien, zijn standpunt totaal wijzigen
139.
-
Dutchvan een mug een olifant maken, (Flanders also) van een muis een olifant maken
140.
-
Dutchhet hof maken
-
Georgianneeded
141.
-
Dutchmisverstaan, verwisselen
142.
-
Dutchdoen kapseizen
143.
-
Dutchvrolijke noot
-
Dutchvrolijke noot
144.
-
Dutchkieskeurig
-
Georgianწუნიამიზეზიანი
145.
-
Dutchlaten ontkiemen
-
Georgianაღმოცენება
146.
-
Dutchwenken
147.
-
Dutchplassen, pipi
148.
-
Dutchrechtvaardigen
149.
-
Dutchmee omgaan
-
Georgianneeded
150.
-
Dutchvragen
151.
-
Dutchneeded
152.
-
Dutchspijbelen
153.
-
Dutchopletten
154.
155.
-
Georgianneeded
156.
-
Dutchatten, drinken, zuipen
157.
-
Dutchseks hebben
-
Georgianსექსის ქონა
158.
-
Georgianneeded
English translator: Dutch Georgian faire Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare