bewegen Dutch - Bulgarian

1.

  • Dutchoproeren, bewegen, wervelen


2.

  • Dutchaansporen, aanmoedigen, bewegen


3.


4.


5.

  • Bulgarianneeded

  • Dutchbewegen, zich bewegen, zich verplaatsen


  • Dutchcheckzetten, checkeen zet doen


  • Dutch(doen) bewegen, verroeren, roeren


  • Dutchdrijven, aanzetten, aansporen, bewegen


  • Dutchontroeren, roeren, bewegen, aangrijpen, ontzetten


6.

  • Bulgarianзасягам, вълнувам

  • Dutchontroeren, emotioneren, emotioneren


7.


8.





English translator: Dutch Bulgarian bewegen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare