put marked word in Dutch - Slovak
1.
-
Dutchlaat maar, uitmaken
2.
-
Dutchtweede naamval
-
Slovakdruhý pád
3.
-
Dutchcheckverstaan, checkbegrijpen, checkbut “begrijpen” or “snappen” a concept or idea or decision.
4.
-
Dutchcheckdito, checkide, checkidem dito, checkdito dito
5.
-
Dutchhoofdtelwoord
6.
-
Dutchzaken
7.
-
Dutchnoordelijk
-
Slovakcheckseverný
8.
-
Dutchlenen, uitlenen
-
Slovakpôžičať
9.
-
Dutchkatjepoesje
-
Slovakmačamačička
10.
-
Dutchteleurstelling
11.
-
Dutchnoordelijk
-
Slovakcheckseverný
12.
-
Dutchinspanning, ijveren
-
Dutchqualifiernl
-
Slovakúloha
13.
-
Dutchparaatheid
-
Slovakqualifiersksk
14.
15.
-
Dutchklinker
-
Slovaksamohláska
16.
17.
-
Dutchvoornaamste
18.
19.
-
Dutch(een) miskraam hebben, checkvoortijdig bevallen
-
Dutch(doen) aborteren, checkbeëindigen, checkdoen mislukken
20.
-
Dutchparaatheid
-
Slovakqualifiersksk
21.
-
Dutchhazelaar
22.
-
Dutchloven, prijzen, eren
-
Slovakchváliť, pochváliť
23.
-
Dutchqualifiernl
24.
-
Dutchneerknuppelen, slaan
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
25.
-
Dutchoostwaarts
-
Slovakcheckna východ
26.
-
Dutchneerknuppelen, slaan
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
27.
28.
29.
-
Dutchnutteloos, onbruikbaar
-
Slovakzbytočný
30.
31.
-
Dutchmedeklinker
-
Slovakspoluhláska
-
Slovakcheckspoluhláska
32.
-
Dutchvoorzien (
33.
-
Dutchchecktegenwicht
-
Dutchchecktegenkracht
-
Dutchcheckopwegen tegen, checkeen tegengewicht vormen voor
-
Dutchcheckopwegen tegen, checkeen tegenkracht vormen voor
34.
35.
-
Dutchbestorming
-
Dutchcheckstorm
36.
-
Dutchstuiteren, ketsen
37.
-
Dutchhoofdtelwoord
38.
-
Dutchneerknuppelen, slaan
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
39.
-
Dutchsprong
40.
-
Dutchcheckantiek, checkoeroud
41.
-
Dutchcheckmisbruik
-
Dutchcheckmisbruiken, checkverkeerd gebruiken
42.
-
Dutchqualifiernl
43.
-
Dutchzaken
44.
-
Dutchnoordelijk
-
Slovakcheckseverný
45.
-
Dutchcheckzonder hoofdelijke stemming, checkmet algemene instemming
46.
-
Dutchneerknuppelen, slaan
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
English translator: Dutch Slovak put marked word in Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare