gaan Dutch - Lithuanian
1.
2.
-
Dutchvooraf gaan, laten voorbijgaan, passen
3.
4.
-
Dutchgaan
5.
-
Dutchwensen, verlangen
-
Lithuaniantrokšti, pageidauti
-
Dutchbegeren, verlangen
-
Lithuaniantrokšti, geisti
-
Dutchverlangen
-
Lithuaniantroškimaspageidavimas
6.
-
Dutchnaar buiten gaan
-
Lithuanianišeiti
-
Dutchuitgaan
7.
-
Dutchorale seks
-
Lithuanianoralinis seksas
-
Dutchorale seks
-
Lithuanianoralinis seksas
8.
-
Dutchhandelsmerk
9.
10.
-
Dutchvrijuit gaan
11.
-
Dutchgebeurtenis
-
Lithuanianįvykisrenginys
12.
-
Dutchtelevisieprogramma
13.
-
Dutchsamenkomstraakpunt
-
Dutchcheckafspraak
-
Dutchcheckvergadering
14.
-
Dutchoverschrijden, te buiten gaan, overstijgen
15.
-
Dutchwerkberoep
-
Lithuaniandarbas
16.
17.
-
Dutchtelepathie
-
Lithuaniantelepatija
18.
19.
-
Dutchverklaring
-
Lithuaniancheckataskaita
20.
-
Dutchvariant
21.
-
Dutchseksvrijen
-
Lithuanianseksas
22.
23.
-
Dutchoverkop gaan
24.
25.
-
Dutchgaan (+ infinitive)
-
Dutchpast tense of gaan: ging, gingen (+ infinitive)
26.
-
Dutchvergelijking
27.
-
Dutchperestrojka
-
Lithuanianperestroika
28.
-
Dutchinwijking
-
Lithuanianimigracija
29.
-
Dutchondergeschikte
30.
-
Dutchweerstand
31.
-
Dutchverkrachting
-
Lithuanianišprievartavimas
32.
33.
-
Dutchontwijken, uit de weg gaan, ontspringen
34.
35.
-
Dutchafbuigen, buigen, draaien, gaan
36.
37.
38.
39.
-
Dutchroken
40.
41.
-
Dutchcontroverse
42.
-
Dutchwerkberoep
-
Lithuaniandarbas
43.
44.
-
Lithuanianblickrygas
45.
-
Dutchmoord
46.
-
Dutchopenbaar vervoer
47.
-
Dutchpersoneelszaken
48.
-
Dutchop rente gaan
49.
-
Dutchverkeer
50.
51.
-
Dutchop vakantie gaan
52.
-
Dutchde pijp aan Maarten geven, het loodje leggen
53.
-
Dutchvan boord gaan, ontschepen
54.
-
Dutchwerkloosheid
-
Lithuaniannedarbas
55.
-
Dutchspoorwegen
-
Lithuaniangeležinkelis
56.
57.
-
Dutchde pijp uit gaan, sneven
58.
-
Dutchdictatuur
59.
-
Dutchgehoorzaamheid
60.
-
Dutchrevolutie
-
Lithuanianrevoliucija
61.
-
Dutchdocumentatie
-
Lithuaniandokumentacija
62.
-
Dutchejaculatie
-
Lithuanianejakuliacija
63.
-
Dutchoverstag gaan
64.
-
Dutch-ing
65.
-
Dutchbewondering
66.
-
Dutchbatsen, van bil gaan
-
Lithuaniandulkintis
67.
-
Dutchwenselijk
68.
69.
-
Dutchzelfmoord
-
Lithuaniansavižudybė
70.
-
Dutchcheckprat gaan (op), checktrots zijn (op) attention
71.
-
Dutchmuziek
72.
-
Dutchverdediging
-
Lithuaniangynyba
73.
74.
-
Dutchin beroep gaan, in hoger beroep gaan
75.
-
Dutchtatoeage
-
Lithuaniantatuiruotė
76.
-
Dutchtechnisch gesproken, strikt genomen
77.
-
Dutchsamenkomstraakpunt
-
Dutchcheckafspraak
-
Dutchcheckvergadering
78.
-
Lithuaniannevyriausybinė organizacija
79.
80.
81.
82.
-
Dutchopstandrevolte
-
Lithuaniansukilimaspasibjaurėjimas
83.
-
Dutchbemoeial
84.
-
Dutchanabolisme
85.
-
Dutchaanval
86.
87.
-
Dutchprostitutie
88.
-
Dutchwerkberoep
-
Lithuaniandarbas
89.
-
Dutchhandel
-
Lithuanianprekyba
-
Dutchcheckarbeidsmarkt
90.
-
Dutchgebeurtenis
-
Lithuanianįvykisrenginys
91.
-
Dutchgaan zitten
92.
-
Lithuanianoro linija
93.
-
Lithuaniankovos menas
94.
-
Dutchversnellen, lsneller l
95.
-
Dutchzwangerschap
-
Lithuaniannėštumas
96.
-
Dutchaan boord gaan, opstappen, instappen
97.
-
Dutchcheckjeuk in de vingers, checkjeuk in de handen
98.
-
Dutchgaan, verlaten
99.
-
Dutchwaarnemingshorizon
-
Lithuanianįvykių horizontas
100.
-
Dutchaan de gang gaan met, doorgaan
-
Dutchaan de gang gaan met, doorgaan
101.
-
Dutchanale seks
-
Lithuaniananalinis seksas
102.
-
Dutchwerkberoep
-
Lithuaniandarbas
103.
-
Dutchwerkberoep
-
Lithuaniandarbas
104.
-
Dutchmet pensioen gaan
105.
-
Dutchverkennen, exploreren, op/een ontdekkingsreis gaan naar/maken in
106.
-
Dutchinfectie
107.
-
Lithuanianabortas
108.
-
Dutchvereisen, nodig hebben, behoeven, benodigen
-
Lithuanianreikėti qualifier
109.
110.
-
Dutchtrekken, op trektocht gaan, rondtrekken, reizen, rondreizen
-
Lithuaniankeliauti
111.
-
Dutcheen fout maken, in de fout gaan
112.
-
Dutchverdict
-
Lithuaniannutartis
-
Lithuanianchecksprendimas
113.
-
Dutchweggaan, vertrekken
-
Dutchcheckover zijn, checkoverblijven, checklaten
114.
-
Dutchuitvoering
115.
-
Dutchdiplomatie
116.
117.
-
Dutchplengoffer
-
Dutchplengoffer
118.
-
Dutchterroristterroriste
-
Lithuanianteroristas
119.
120.
-
Dutchervandoor gaan
121.
-
Lithuanianreikalingas šaltinis
122.
-
Dutchgaan liggen
123.
-
Dutchergonomie
124.
-
Dutchpartij
-
Lithuanianpolitinė partija
125.
-
Dutchdames gaan voor
126.
-
Dutchbesturingssysteem
-
Lithuanianoperacinė sistema
127.
-
Dutchin de fout gaan
128.
-
Lithuaniankontinentų dreifo
129.
-
Dutchaftreden, uit de weg gaan, opgeven
130.
-
Dutchoverstag gaan, wenden,
English translator: Dutch Lithuanian gaan Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare