spelen Dutch - German

1.


2.


3.

  • Dutchvals spelen, bedriegen

  • Germanschwindeln, schummeln, überlisten


4.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Germanspielen


5.


6.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Germanspielen


7.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Germanspielen


8.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Germanspielen


9.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Germanspielen





English translator: Dutch German spelen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare