begin Dutch - Greek
1.
-
Dutchtwijfelen
2.
-
Dutchinitiatie
-
Greekπρωτοβουλία
3.
-
Dutchbeginnend
4.
-
Dutchavondklok
5.
6.
-
Dutchnaar
-
Greekπρος, σε
7.
8.
-
Dutchkookpunt
-
Greekβρασμός
-
Dutchkoken, aan de kook brengen, zieden, zooien
-
Greekβράζω
-
Dutchkoken
-
Greekβράζω
9.
-
Dutchaanvang
10.
-
Dutchvanaf nul, helemaal opnieuw, vanaf het begin
-
Dutchvanaf het begin
11.
-
Dutchnu!
12.
-
Dutchop het punt staan te, eraan beginnen, aan de slag schieten
13.
-
Dutchinspringen
14.
-
Dutchmaturiteit, geslachtsrijpheid, volwassenheid, wasdom
15.
-
Greekθεμελιώνω
16.
17.
-
Dutchcheckinitieel, checkaanvankelijk, checkbegin
-
Greekαρχικός
-
Dutchcheckinitieel, checkeerste, checkbegin
-
Dutchbeginletter, initiaal, qualifiernl
-
Greekαρχικό γράμμα
18.
-
Greekθεμελιώνω
19.
-
Dutchbegin, start, aanvang
-
Greekαρχή
-
Dutchstartlijn
-
Greekαφετηρία
-
Dutchcheckbegin
-
Dutchbeginnen, starten, aanvangen
-
Greekξεκινώ
-
Dutchbeginnen
-
Dutchstarten, beginnen, aanvangen
-
Dutchcheckstarten, checkbeginnen, checkaanvangen
20.
-
Dutchaannemen
21.
-
Dutchab initio, vanaf het begin
22.
23.
-
Dutchkoloniseren
-
Greekαποικίσει
24.
-
Dutchindertijd, in het begin, origineel
25.
-
Dutchnaar
-
Greekπρος, σε
26.
-
Greekχτυπάω
27.
-
Dutchallereerst, in de eerste plaats
-
Greekπρώτα πρώτα, κατά κύριο λόγο, καταρχήν
28.
-
Dutchbeginner
-
Dutchbeginnen, starten, aanvangen, initiëren
29.
-
Dutchwankelen
30.
-
Dutchbeginnen, starten
31.
32.
-
Dutchbloeien, openbloeien
-
Greekανθώ, ανθίζω, λουλουδίζω
33.
34.
-
Dutchuitkomen
35.
-
Greekαπογειώνομαι
-
Greekαπογειώνομαι
36.
-
Dutchaan de gang gaan met, doorgaan
-
Dutchaan de gang gaan met, doorgaan
37.
-
Dutchbeginnen, aanvangen
-
Greekαρχίζω
38.
-
Dutchaanspreken, ter sprake brengen, aankaarten
39.
40.
41.
-
Dutchin brand steken, aansteken
42.
-
Greekανάβω, καίγομαι, ανάβομαι
English translator: Dutch Greek begin Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare