aanvangen Dutch - Greek
1.
-
Dutchbeginnen, starten, aanvangen
-
Greekξεκινώ
-
Dutchstarten, beginnen, aanvangen
-
Dutchcheckstarten, checkbeginnen, checkaanvangen
2.
-
Dutchbeginnen, starten, aanvangen, initiëren
3.
-
Dutchbeginnen, aanvangen
-
Greekαρχίζω
4.
English translator: Dutch Greek aanvangen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare