vakuuttaa Dutch - Korean

1.

  • Dutchverzekeren, afzekeren, beveiligen


  • Dutchverzekeren


2.


3.


4.

  • Dutchindekken, verzekeren


5.

  • Dutchblijven bij, volhouden, met klem beweren, erop staan, aandringen

  • Korean주장하다


6.

  • Dutchbevestigen

  • Korean주장하다, 확고히 하다


  • Dutchbehouden, verdedigen


7.

  • Dutchbevestigen, beamen


8.

  • Dutchovertuigen, overhalen, overreden, persuaderen

  • Korean설득하다





English translator: Dutch Korean vakuuttaa  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare