vakuuttaa Dutch - Catalan
1.
-
Dutchverzekeren, afzekeren, beveiligen
-
Dutchverzekeren
2.
-
Dutchverzekeren
3.
-
Catalanconvèncer
-
Dutchovertuigen
4.
-
Dutchindekken, verzekeren
5.
-
Catalaninsistir
-
Dutchblijven bij, volhouden, met klem beweren, erop staan, aandringen
6.
-
Dutchbevestigen
-
Dutchbehouden, verdedigen
7.
-
Catalanconfirmar
-
Dutchbevestigen, beamen
8.
-
Catalanpersuadir
-
Dutchovertuigen, overhalen, overreden, persuaderen
9.
-
Catalanjurar, prometre solemnement
English translator: Dutch Catalan vakuuttaa Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare