<>

stellen Dutch - Japanese

1.


2.


3.

  • Dutchwaarschuwen, op de hoogte stellen


4.


5.


6.


7.

  • Dutchversterken, veilig stellen, ondersteunen


8.


9.


10.

  • Dutchter discussie stellen, ter tafel brengen, ter sprake brengen


11.

  • Dutchproduceren, maken

  • Japanese生産


  • Dutchvoorleggen, beschikbaar stellen


12.


13.


14.

  • Dutchkalmeren, gerust stellen


15.

  • Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen

  • Japanese置く


  • Dutchstellen, brengen


16.

  • Dutchvernietigen, buiten werking stellen

  • Japanese打破


17.


18.


19.

  • Dutchaan de schandpaal zetten, aan de schandpaal hangen


  • Dutchbeschamen, vernederen, bespotten


  • Dutchkritiseren, afbreken


20.

  • Dutchin vraag stellen, betwijfelen


21.

  • Dutchrechtzetten, zetten, rechtstellen, stellen


22.


23.


24.

  • Dutchbijwerken, op punt stellen

  • Japanese更新


25.

  • Dutchomstoten, doen kapzeizen


26.


27.


28.

  • Dutchaannemen, veronderstellen, stellen

  • Japanese推測


  • Dutchaannemen, vermoeden, veronderstellen

  • Japanese想定sc=Jpan


29.

  • Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten


30.


31.





English translator: Dutch Japanese stellen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare