stellen Dutch - Czech
1.
-
Czechposkytnout
2.
-
Czechpodat
3.
-
Czechpředvádět, ukazovat
4.
-
Dutchwaarschuwen, op de hoogte stellen
5.
-
Czechumožnit
-
Dutchinschakelen, in staat stellen
-
Czechumožnit, aktivovat
-
Dutchin staat stellen
6.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Dutchbepalen
-
Czechnastavit
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Dutchintroduceren
7.
-
Czechposílit se
-
Dutchversterken, veilig stellen, ondersteunen
8.
9.
-
Czechzpochybnit
-
Dutchin vraag stellen
10.
-
Dutchter discussie stellen, ter tafel brengen, ter sprake brengen
11.
-
Czechprodukovat, vyrábět
-
Dutchproduceren, maken
-
Dutchvoorleggen, beschikbaar stellen
12.
13.
14.
-
Czechuklidnit
-
Dutchkalmeren, gerust stellen
15.
-
Czechdát, umístit
-
Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen
-
Czechpostavit
-
Dutchstellen, brengen
16.
-
Dutchvernietigen, buiten werking stellen
17.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Dutchbepalen
-
Czechnastavit
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Dutchintroduceren
18.
-
Czechvynulovat
-
Dutchop nul zetten
19.
-
Dutchaan de schandpaal zetten, aan de schandpaal hangen
-
Dutchbeschamen, vernederen, bespotten
-
Dutchkritiseren, afbreken
20.
-
Dutchin vraag stellen, betwijfelen
21.
-
Dutchrechtzetten, zetten, rechtstellen, stellen
22.
-
Czechptátzeptat se
-
Dutchvragen
23.
-
Czechaktualizovat
-
Dutchbijwerken, op punt stellen
24.
-
Dutchomstoten, doen kapzeizen
25.
-
Dutchtonen, tentoonstellen
-
Dutchtentoonstellen
26.
-
Dutchconfronteren
-
Dutchtegenover stellen, vergelijken
-
Dutchtegenover stellen
27.
-
Czechpředpokládat, domnívat se
-
Dutchaannemen, veronderstellen, stellen
-
Czechpředpokládat
-
Dutchaannemen, vermoeden, veronderstellen
28.
-
Czechdát do karanténa
-
Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten
29.
-
Dutchpronken
30.
English translator: Dutch Czech stellen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare