stellen Dutch - Hungarian
1.
-
Hungarianellát
2.
-
Dutchwaarschuwen, op de hoogte stellen
3.
-
Dutchinschakelen, in staat stellen
-
Dutchin staat stellen
4.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Dutchbepalen
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Hungarianbeállít
-
Dutchintroduceren
5.
-
Dutchversterken, veilig stellen, ondersteunen
6.
7.
-
Dutchin vraag stellen
8.
-
Dutchter discussie stellen, ter tafel brengen, ter sprake brengen
9.
10.
-
Dutchplaatsen
-
Hungariantenni, helyezni
11.
-
Dutchplaatsen
-
Hungariantenni, helyezni
12.
-
Dutchkalmeren, gerust stellen
-
Hungarianmegnyugtat, lecsendesít
13.
-
Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen
-
Hungariantesz, rak, helyez
-
Dutchstellen, brengen
14.
-
Dutchvernietigen, buiten werking stellen
15.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Dutchbepalen
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Hungarianbeállít
-
Dutchintroduceren
16.
-
Dutchop nul zetten
-
Hungariannulláz
17.
-
Dutchaan de schandpaal zetten, aan de schandpaal hangen
-
Hungariankipellengérez, pellengérre állít
-
Dutchbeschamen, vernederen, bespotten
-
Hungariankipellengérez, pellengérre állít
-
Dutchkritiseren, afbreken
18.
-
Dutchin vraag stellen, betwijfelen
19.
-
Dutchrechtzetten, zetten, rechtstellen, stellen
-
Hungarianfelállít
20.
21.
-
Dutchbijwerken, op punt stellen
22.
-
Dutchomstoten, doen kapzeizen
23.
-
Dutchtonen, tentoonstellen
-
Dutchtentoonstellen
24.
-
Dutchconfronteren
-
Dutchtegenover stellen, vergelijken
-
Dutchtegenover stellen
25.
-
Dutchaannemen, veronderstellen, stellen
-
Hungarianfeltesz
-
Dutchaannemen, vermoeden, veronderstellen
-
Hungarianfeltételez
26.
-
Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten
-
Hungarianelkülönít, karanténba helyez, karanténba zár
27.
-
Dutchpronken
28.
29.
-
Hungarianelgáncsol
English translator: Dutch Hungarian stellen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare