<>

stellen Dutch - Esperanto

1.


2.

  • Dutchwaarschuwen, op de hoogte stellen


3.


4.


5.

  • Dutchversterken, veilig stellen, ondersteunen


6.


7.


8.

  • Dutchter discussie stellen, ter tafel brengen, ter sprake brengen


9.

  • Dutchproduceren, maken

  • Esperantoprodukti


  • Dutchvoorleggen, beschikbaar stellen


10.


11.


12.

  • Dutchkalmeren, gerust stellen


13.

  • Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen

  • Esperantometi


  • Dutchstellen, brengen


14.

  • Dutchvernietigen, buiten werking stellen


15.


16.


17.

  • Dutchaan de schandpaal zetten, aan de schandpaal hangen

  • Esperantopunpiloriadi


  • Dutchbeschamen, vernederen, bespotten


  • Dutchkritiseren, afbreken


18.

  • Dutchin vraag stellen, betwijfelen

  • Esperantopridemandi


19.

  • Dutchrechtzetten, zetten, rechtstellen, stellen


20.


21.

  • Dutchbijwerken, op punt stellen

  • Esperantoĝisdatigi


22.

  • Dutchomstoten, doen kapzeizen


23.


24.


25.

  • Dutchaannemen, veronderstellen, stellen

  • Esperantosupozi


  • Dutchaannemen, vermoeden, veronderstellen


26.

  • Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten

  • Esperantokvaranteni


27.


28.





English translator: Dutch Esperanto stellen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare