<>

niet Dutch - Czech

1.


2.

  • Dutchzou/zouden (past tense of zullen)


3.


4.


5.

  • Dutchniet-Joods


  • Dutchcheckniet-Joods, checkchristelijk, checkongelovig, checkheidens


6.


7.


8.


9.


10.


11.


12.

  • Dutchniet ter zake doen, er niks mee te maken hebben, irrelevant, onbelangrijk

  • Dutchniet ter zake doen, er niks mee te maken hebben, irrelevant, onbelangrijk


13.


14.


15.


16.

  • Dutchniet-schuldig verklaren, kwijtschelden qualifier


17.


18.


19.


20.


21.

  • Czechdokonce, ještě, vůbec, i (different use cases)

  • Dutchzelfs, (niet) eens


22.

  • Czechdokonce, ještě, vůbec, i (different use cases)

  • Dutchzelfs, (niet) eens


23.


24.


25.


26.

  • Dutchzeker niet, in geen geval


27.

  • Czechani, ba ani

  • Dutchniet eens, nog niet, zelfs niet (each can however be split)


  • Dutchzelfs dat niet


28.

  • Czechnesouhlasit

  • Dutchcheckhet niet eens zijn , checkhet oneens zijn


  • Czechnesouhlasit, neodpovídat

  • Dutchniet overeenkomen, niet overeenstemmen


29.

  • Dutchafwezig, ontbrekend, niet meer voorhanden, tekort


  • Dutchwegblijven van, zich absenteren, niet opdagen


30.

  • Czechdokonce, ještě, vůbec, i (different use cases)

  • Dutchzelfs, (niet) eens


31.

  • Dutchecht niet, no way

  • Dutchecht niet, no way


32.

  • Dutchontembaar, niet klein te krijgen


33.

  • Dutchnog in leven, nog niet dood en begraven


34.

  • Dutchweet ik het niet, kweenie


35.


36.

  • Dutchga weg!, dat meen je niet!, nooit!

  • Dutchcheckophouden, checkmond houden, checkbek dicht, checkklep dicht, checkhou je muil


37.

  • Dutchniet overdekte tribuneplaats,


38.


39.

  • Dutchook niet, evenmin


40.


41.

  • Dutchlos, niet gebonden


42.


43.


44.


45.


46.

  • Dutchongemakkelijk, storend, ongelegen, niet van pas komend


47.


48.


49.


50.

  • Dutchverstrooid, afwezig, elders met zijn gedachten, er niet bij


51.


52.


53.

  • Czechmatoucí

  • Dutchverwarrend, niet duidelijk, chaotisch


54.

  • Czechtichý

  • Dutchniet spraakzaam, gesloten


55.


56.

  • Czechne-, mimo-

  • Dutchniet-


57.


58.

  • Dutchin geen geval, absoluut niet


59.





English translator: Dutch Czech niet  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare