<>

brengen Dutch - Bulgarian

1.


2.

  • Bulgarianсмущавам, обърквам

  • Dutchverlegen maken, in verlegenheid brengen


3.

  • Bulgarianкипя

  • Dutchkoken, aan de kook brengen, zieden, zooien


4.


5.


6.


7.

  • Dutchfactureren, in rekening brengen


8.


9.

  • Dutchaftrekken, in mindering brengen


10.

  • Dutchteweegbrengen, veroorzaken


  • Dutchbewerkstelligen, verwezenlijken, tot stand brengen


11.

  • Dutchdoen, ertoe brengen


  • Dutchdoen, ertoe brengen


12.

  • Dutchter discussie stellen, ter tafel brengen, ter sprake brengen


13.

  • Dutchdoen, ertoe brengen


  • Dutchdoen, ertoe brengen


14.


15.

  • Dutchstellen, brengen


16.

  • Dutchbedreigen, in gevaar brengen


17.


18.


19.


20.

  • Dutchuit zijn evenwicht brengen, verwarren


21.


22.


23.

  • Dutchopduiken, boven water komen, aan de oppervlakte brengen


24.


25.


26.

  • Dutchverbijsteren, verwarren, in de war brengen


27.

  • Dutchvan zijn stuk brengen, overstuur maken, verontrusten


28.

  • Dutchverstrikken

  • Dutchcheckverwarren, checkin de war brengen, checkcompliceren


29.

  • Bulgarianзасрамвам, смущавам

  • Dutchbeschamen, in verlegenheid brengen, van zijn stuk brengen


30.

  • Dutchoverbrengen, voeren, vervoeren, transporteren


  • Dutchmeeslepen, in vervoering brengen


31.

  • Dutchbelemmeren, ten val brengen, hinderen


32.


33.

  • Dutchaanspreken, ter sprake brengen, aankaarten


34.


35.

  • Dutchvoortbrengen, dragen, produceren


  • Dutchvoortbrengen, genereren, scheppen, maken


  • Dutchnaar voren brengen, tevoorschijn halen





English translator: Dutch Bulgarian brengen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare