<>

zetten Dutch - Russian

1.


2.


3.


4.

  • Dutchop het spel zetten, vergokken, wagen


5.


6.


7.


8.

  • Dutchcheckzetten, checkeen zet doen

  • Russianдви́гать


  • Dutchverzetten, verplaatsen

  • Russianходи́ть


  • Dutchdrijven, aanzetten, aansporen, bewegen


  • Dutchontroeren, roeren, bewegen, aangrijpen, ontzetten


9.


10.


11.


12.

  • Dutchaan de schandpaal zetten, aan de schandpaal hangen


13.

  • Dutchrechtzetten, zetten, rechtstellen, stellen


14.


15.


16.


17.

  • Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten


18.


19.

  • Dutchstop zetten, beëindigen

  • Russianзака́нчивать, положить конец





English translator: Dutch Russian zetten  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare