komen Dutch - Polish

1.

  • Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden


2.

  • Dutchbedragen, komen op, uitkomen op

  • Polishwynieść, dawać


3.

  • Dutchgroeten,tegemoet komen


4.


5.


6.

  • Dutchbemind maken, in het gevlei komen


7.

  • Dutchuitvogelen, er achter komen, ontcijferen, doorhebben


8.

  • Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden


9.

  • Dutchin een versnelling komen, schakelen


10.

  • Dutchopduiken, boven water komen, aan de oppervlakte brengen


11.

  • Dutchcompetent, in


12.

  • Dutchrebelleren, in opstand komen


13.


14.

  • Dutchin een versnelling komen, schakelen


15.


16.


17.


18.

  • Dutchopduiken, te voorschijn komen


19.

  • Dutch(naar) boven komen, naar buiten komen, zich vertonen, zich voordoen, blijken


20.

  • Dutchgebeuren, tot stand komen,





English translator: Dutch Polish komen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare