nicht Dutch - Indonesian
1.
-
Dutchlaat maar, uitmaken
-
Indonesiantidak apa-apa
-
Dutchuitmaken
-
Dutchlaat maar
-
Indonesianlupakan
2.
-
Indonesianmenakjubkan
3.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen)
4.
-
Indonesiansepupu
5.
-
Dutchgoedenacht, goeienacht, before going to sleep welterusten, trusten qualifier
-
Indonesianselamat mala
6.
-
Dutchonherstelbaar
7.
-
Dutchhelemaal niet
8.
-
Dutchpoot, nicht
9.
10.
11.
-
Dutchnicht
-
Indonesiankeponakan, kemenakan, misan (nephew or niece)
12.
-
Dutchgesloten
13.
-
Dutchniet slecht
14.
-
Dutchtoch
15.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchveelvoorkomend
16.
-
Dutchnooit opgeven!, geef niet op!
17.
-
Dutchniet van toepassing
-
Dutchniet beschikbaar
18.
-
Dutchonnodig
19.
-
Dutchonbelangrijk, dunnetjes
20.
-
Dutchgoedenacht, goeienacht, before going to sleep welterusten, trusten qualifier
-
Indonesianselamat mala
21.
-
Dutchpoot, nicht
22.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchveelvoorkomend
23.
-
Dutchniet eens, nog niet, zelfs niet (each can however be split)
24.
25.
26.
-
Dutchdeze avond g
27.
-
Dutchover het hoofd zien
28.
-
Dutchafkeuren
29.
-
Dutchonoplettend
30.
31.
-
Dutchbehalve
-
Indonesiantetapi, tapi
32.
-
Dutchjanet goffensive, nicht
33.
-
Dutchgeen problee, graag gedaan
34.
-
Dutchmeer, langer
35.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchveelvoorkomend
36.
-
Dutchmislukken, falen
-
Indonesiangagal
37.
-
Dutchongeïdentificeerd
38.
-
Dutchonvoorstelbaar, ongelovelijk
39.
40.
-
Dutchbelofte breken
41.
-
Dutchonpassend
42.
-
Dutchontastbaar, ontastbare
43.
-
Dutchverschillen, afwijken
-
Indonesianbeda, beda
44.
-
Dutchbuiten gebruik, buiten werking
45.
-
Dutchafkeuren
46.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchveelvoorkomend
47.
-
Dutchniet-
48.
English translator: Dutch Indonesian nicht Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare