mening Dutch - Hungarian
1.
-
Dutchmening
-
Hungarianszempont, nézőpont
2.
3.
-
Dutchintentie, bedoeling, opzet
4.
-
Hungarianértele
5.
-
Dutchmeningvisie
-
Hungarianvélemény, nézet, szakvélemény
6.
-
Dutchik heet..., mijn naam is...
-
Hungarian...(-nak/-nek) hívnak (They call me...), a nevem
7.
-
Dutchdoelobjectief
8.
-
Dutchdoelobjectief
9.
-
Dutchdoelobjectief
10.
-
Dutchnut
11.
-
Dutchexpres, opzettelijk, met voorbedachte rade qualifier
-
Hungarianszándékosan
12.
-
Hungariantónus
13.
-
Dutchmeningvisie
-
Hungarianvélemény, nézet, szakvélemény
14.
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Hungarianlogikus, értelmes, érthető
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Hungarianlogikus, értelmes, érthető
15.
-
Dutchvan mening verschillen, een afwijkende mening hebben, een minderheidsstandpunt innemen
-
Dutchafwijking van mening
16.
-
Dutchoordeel
17.
-
Dutchvan mening zijn dat, opiniëren
-
Hungarianvél, vélekedik
-
Dutchvan mening zijn, opiniëren, menen
18.
-
Dutchnaar mijn mening
-
Hungarianvéleményem szerint, szerinte
19.
20.
-
Dutchverschil van mening, meningsverschil
-
Dutchcheckovereenstemming
21.
-
Dutchverschillen
22.
-
Dutchvan mening veranderen,
English translator: Dutch Hungarian mening Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare