mening Dutch - French
1.
-
Dutchmening
-
Frenchpoint de vue
2.
3.
-
Dutchintentie, bedoeling, opzet
-
Frenchintention
4.
-
Frenchsens
5.
-
Dutchmeningvisie
-
Frenchavis
6.
-
Dutchik heet..., mijn naam is...
-
Frenchje m'appelle
7.
-
Dutchdoelobjectief
-
Frenchbut
8.
-
Dutchdoelobjectief
-
Frenchbut
9.
-
Dutchdoelobjectief
-
Frenchbut
10.
11.
-
Dutchexpres, opzettelijk, met voorbedachte rade qualifier
-
Frenchexprès, à dessein
12.
-
Dutchmeningvisie
-
Frenchavis
13.
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Frenchavoir du sens, tenir debout qualifier
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Frenchavoir du sens, tenir debout qualifier
14.
-
Dutchvan mening verschillen, een afwijkende mening hebben, een minderheidsstandpunt innemen
-
Dutchafwijking van mening
-
Frenchcheckdissidence
15.
-
Dutchoordeel
16.
-
Dutchvan mening zijn dat, opiniëren
-
Frenchopiner
-
Dutchvan mening zijn, opiniëren, menen
17.
-
Dutchnaar mijn mening
-
Frenchà mon avis
18.
-
Dutchwaarde
-
Frenchsignification
-
Dutchzin
19.
-
Dutchverschil van mening, meningsverschil
-
Dutchcheckovereenstemming
-
Frenchdésaccord
-
Frenchcheckdésaccord
20.
-
Dutchverschillen
-
Frenchdifférer
21.
-
Dutchvan mening veranderen,
English translator: Dutch French mening Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare