verbinden Dutch - Bulgarian
1.
-
Dutchverbinden, linken qualifier
2.
-
Bulgarianгрупирам
-
Dutchzich verenigen
3.
-
Bulgarianзацепвам, свързвам с верига
-
Dutchaaneenschakelen, aaneenrijgen
4.
-
Dutchlid worden van, toetreden
5.
-
Bulgarianобединявам, комбинирам
-
Dutchcombineren
6.
-
Dutchsamenvoegen, verbinden
7.
-
Bulgarianсъединявам
-
Dutchverbinden
-
Bulgarianсвързвам
-
Dutchaansluiten, verbinden
8.
-
Dutchverbinden, samenvoegen
9.
-
Dutchverbinden, linken qualifier
10.
-
Dutchaansluiten
11.
-
Dutchtrouwen, huwen, zich in de echt verbinden
-
Dutchtrouwen, huwen, in de echt verbinden
12.
-
Bulgarianприсъединявам (се), сдружавам(се)
13.
-
Dutchelideren, verbinden
-
Dutchsamenvoegen, verbinden
14.
-
Bulgarianгрупирам
-
Dutchzich verenigen
15.
-
Bulgarianзавързвам очите на
16.
-
Dutchveralgemenen, verenigen
17.
-
Bulgarianгрупирам
-
Dutchzich verenigen
English translator: Dutch Bulgarian verbinden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare