aanhouden Dutch - Slovak
1.
-
Dutchwenken, aanhouden
2.
-
Dutchwenken, aanhouden
3.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Slovakzastaviť
4.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Slovakzastaviť
5.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Slovakzastaviť
6.
-
Dutchaanhouden, arresteren, in hechtenis nemen, oppakken, vatten
-
Slovakzatknúť
7.
-
Dutchwenken, aanhouden
8.
-
Dutchverlengen, aanhouden, rekken
English translator: Dutch Slovak aanhouden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare