aanhouden Dutch - Korean
1.
-
Dutchwenken, aanhouden
2.
-
Dutchwenken, aanhouden
3.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Korean멈추다
4.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Korean멈추다
5.
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Korean멈추다
6.
-
Dutchaanhouden, arresteren, in hechtenis nemen, oppakken, vatten
-
Korean체포하다구속하다
7.
-
Dutchwenken, aanhouden
8.
-
Dutchverlengen, aanhouden, rekken
English translator: Dutch Korean aanhouden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare