<>

leuk Dutch - Korean

1.


2.


3.

  • Dutchleuk, aangenaa, fijn

  • Korean좋은


4.


5.

  • Dutchleuk, geestig, guitig, olijk


6.

  • Dutchplezierig, leuk, lollig, plezant (Flanders)

  • Korean즐거운


7.

  • Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden

  • Korean좋아하다


  • Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden


8.

  • Dutchplezierig, leuk, lollig, plezant (Flanders)

  • Korean즐거운


9.

  • Dutchleuk,nuttig,vlot





English translator: Dutch Korean leuk  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare