laat Dutch - Japanese
1.
2.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen)
3.
4.
5.
-
Dutchlaat me met rust
-
Japanese放っとくja
-
Dutchlaat me met rust
-
Japanese放っとくja
6.
7.
8.
9.
-
Dutchoorzaakaanleiding
-
Japanese原因
10.
-
Dutchleef en laat leven
11.
-
Dutchverlaten, achterlaten
-
Japanese引き離す
-
Dutchweggaan, vertrekken
-
Japanese出発
-
Dutchcheckover zijn, checkoverblijven, checklaten
-
Japanesequalifierja
12.
-
Dutchhorige, laat, lijfeigene, serf
-
Japanese農奴
13.
-
Dutchvroeg of laat
-
Japanese晩かれ早かれ
-
Dutchvroeg of laat
-
Japanese晩かれ早かれ
14.
-
Japanese徹夜
English translator: Dutch Japanese laat Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare