dire Dutch - Japanese
1.
-
Dutchwoning, appartement
-
Japaneseアパート
2.
-
Dutchzeggen, uiten, uitbrengen
-
Japanese述べる
3.
-
Dutchouwehoeren, lullen
4.
5.
-
Dutchgezegde
6.
-
Japanese実を言えば
7.
-
Dutcherbarmelijk, wanhopig
8.
-
Dutchontegenzeggelijk
-
Japanese言うまでもない
9.
-
Dutchbegroeten
10.
-
Japaneseさよならするいとまごいする
11.
-
Dutchvertellen, zeggen
-
Japanese教える述べる
-
Dutchinstrueren
-
Dutchvertellen, zeggen
-
Japanese分かる
12.
13.
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Japanese意味
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Japanese意味
-
Dutchbetekenen
-
Japanese意味
14.
15.
-
Dutchnooit opgeven!, geef niet op!
-
Japaneseneeded
16.
-
Dutchin het nauw
-
Japanese四苦八苦
17.
-
Dutchwoning, appartement
-
Japaneseアパート
18.
-
Dutcheigenlijk, in werkelijkheid
-
Japanese実は
19.
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Japanese意味
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Japanese意味
-
Dutchbetekenen
-
Japanese意味
20.
-
Dutchdat wil zeggen
21.
-
Dutchbidden
22.
-
Dutchals het ware
23.
24.
25.
26.
-
Dutchnamelijk, dat wil zeggen, met andere woorden
-
Japaneseつまりすなわち
27.
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Japanese意味
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Japanese意味
-
Dutchbetekenen
-
Japanese意味
28.
29.
-
Dutchsnikken
30.
-
Dutchzeg nooit nooit
31.
-
Dutchmoeten
-
Japaneseしなければいけない義務がある
32.
-
Dutchvan horen zeggen, gerucht
-
Japanese伝聞うわさ
33.
-
Dutchte weten, namelijk, ttz.
-
Japaneseつまり
English translator: Dutch Japanese dire Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare