dire Dutch - Czech
1.
-
Czechbyt
-
Dutchwoning, appartement
2.
-
Czechvyřknout, pronést
-
Dutchzeggen, uiten, uitbrengen
3.
-
Dutchouwehoeren, lullen
4.
5.
-
Dutchgezegde
6.
-
Dutcherbarmelijk, wanhopig
7.
-
Dutchontegenzeggelijk
8.
-
Dutchbegroeten
9.
-
Czechříci
-
Dutchvertellen, zeggen
-
Dutchinstrueren
-
Dutchvertellen, zeggen
-
Czechcheckříci, check
10.
-
Czechzlom vaz
11.
-
Czechznamenat
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Czechznamenat
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Dutchbetekenen
12.
13.
-
Dutchnooit opgeven!, geef niet op!
14.
-
Dutchin het nauw
15.
-
Czechbyt
-
Dutchwoning, appartement
16.
-
Czechzmírnění
17.
-
Dutcheigenlijk, in werkelijkheid
18.
-
Czechznamenat
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Czechznamenat
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Dutchbetekenen
19.
-
Dutchdat wil zeggen
20.
-
Dutchbidden
21.
-
Czechjakoby
-
Dutchals het ware
22.
-
Czechtotiž, jmenovitě, a to
-
Dutchnamelijk
23.
24.
25.
-
Czechto znamená, jinými slovy
-
Dutchnamelijk, dat wil zeggen, met andere woorden
26.
-
Czechznamenat
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Czechznamenat
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
-
Dutchbetekenen
27.
-
Czechohýbat pravdu
-
Dutchneeded
28.
-
Dutchsnikken
29.
-
Dutchzeg nooit nooit
30.
-
Dutchmoeten
31.
-
Czechklep
-
Dutchvan horen zeggen, gerucht
32.
-
Dutchte weten, namelijk, ttz.
English translator: Dutch Czech dire Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare