toegang Dutch - Welsh

1.


2.

  • Dutchtoegang, toegangsweg, passage


  • Dutchtoegang, toegangsrecht, toelating


  • Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen


  • Dutchtoegang hebben (tot)


3.


4.

  • Dutchtoelaten, binnenlaten, toegang verlenen

  • Welshgadael i mewn


5.

  • Dutchtoegang, toegangsweg, passage


  • Dutchtoegang, toegangsrecht, toelating


  • Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen


  • Dutchtoegang hebben (tot)





English translator: Dutch Welsh toegang  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare