toegang Dutch - Japanese
1.
2.
-
Dutchtoegang, toegangsweg, passage
-
Dutchtoegang, toegangsrecht, toelating
-
Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen
-
Dutchtoegang hebben (tot)
3.
-
Dutchverboden toegang
-
Japanese立入禁止
4.
-
Dutchtoelaten, binnenlaten, toegang verlenen
-
Japanese認める
5.
-
Dutchtoegang, toegangsweg, passage
-
Dutchtoegang, toegangsrecht, toelating
-
Dutchtoegang hebben (tot), bereiken, verkrijgen
-
Dutchtoegang hebben (tot)
English translator: Dutch Japanese toegang Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare