recht Dutch - Slovene
1.
-
Dutchrecht op
2.
-
Dutchvolkomen
3.
-
Dutchrecht, rechte
-
Dutchzoals het hoort
-
Dutchrechtdoor
-
Slovenenaravnost
-
Dutchcheckrecht
4.
-
Dutchrecht
-
Slovenepravi
-
Dutchrechts, rechter-
-
Slovenedesni
-
Slovenedesničarski
-
Dutchrechts
-
Slovenena desni
-
Slovenedesno
-
Dutchrecht
-
Slovenepravica
-
Dutchrechts
-
Dutchrechterkant
-
Slovenedesnica
5.
-
Dutchrechtmaken, rechttrekken, rechten
-
Dutchzich rechten, recht worden
6.
-
Dutchrecht overeind staan, stekelig reageren
7.
-
Dutchgerechtigheid, rechtvaardigheid
-
Slovenepravica
-
Dutchgerechtigheid, recht, rechtvaardigheid
-
Slovenepravica
-
Dutchgerechtigheid, recht, rechtsbedeling, berechting
-
Dutchgerecht
-
Dutchrecht
English translator: Dutch Slovene recht Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare