recht Dutch - German
1.
-
Germanrecht
2.
3.
4.
-
Dutchrecht, rechte
-
Germangerade
-
Dutchzoals het hoort
-
Germanaufrecht, aufrichtig
-
Dutchrechtdoor
-
Germangeradeaus
-
Dutchcheckrecht
5.
-
Dutchrecht
-
Germangerade
-
Germanrechtwinklig
-
Dutchrechts, rechter-
-
Germanrecht
-
Dutchrechts
-
Germanrechts
-
Germanrechts, nach rechts
-
Dutchrecht
-
GermanRecht
-
Dutchrechts
-
GermanRechte
-
Dutchrechterkant
-
GermanRechte
-
Germanrecht
6.
-
Dutchrechtmaken, rechttrekken, rechten
-
Dutchzich rechten, recht worden
7.
-
Dutchrecht overeind staan, stekelig reageren
8.
-
Dutchgerechtigheid, rechtvaardigheid
-
GermanGerechtigkeit
-
Dutchgerechtigheid, recht, rechtvaardigheid
-
GermanGerechtigkeit
-
Dutchgerechtigheid, recht, rechtsbedeling, berechting
-
Dutchgerecht
-
Dutchrecht
9.
-
GermanVertragsrecht gn
English translator: Dutch German recht Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare