stoppen Dutch - Russian
1.
-
Russianостана́вливать
2.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchstoppen, ophouden
-
Russianперестава́тьпрекраща́ться
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Russianостана́вливать
-
Dutchstoppen, beëindigen, afbreken
-
Russianпрекраща́ть
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Russianостана́вливаться
3.
-
Dutchstoppen, afbreken, onderbreken
4.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchstoppen, ophouden
-
Russianперестава́тьпрекраща́ться
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Russianостана́вливать
-
Dutchstoppen, beëindigen, afbreken
-
Russianпрекраща́ть
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Russianостана́вливаться
5.
-
Dutchknippen, stoppen
6.
-
Dutchdoen stoppen in een vroegtijdig stadiu, voortijdig afbreken
-
Dutchannuleren, aborteren, stoppen, afbreken
7.
-
Dutchknippen, stoppen
8.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchstoppen, ophouden
-
Russianперестава́тьпрекраща́ться
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Russianостана́вливать
-
Dutchstoppen, beëindigen, afbreken
-
Russianпрекраща́ть
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Russianостана́вливаться
9.
-
Dutchstoppen, onderbreken, stil houden
10.
11.
-
Dutchophouden met, stoppen (met), opgeven
-
Russianброса́ть
12.
-
Dutchknippen, stoppen
13.
-
Dutchstoppen, stuiten
-
Russianзаде́рживатьостана́вливать
14.
-
Dutchstoppen, hinderen, stelpen
-
Russianпроти́виться, заде́рживать, ока́зывать сопротивле́ние, препя́тствовать
15.
-
Dutchverpakken, inpakken, in een zak stoppen, in een zak steken (may be Belgian)
English translator: Dutch Russian stoppen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare