maar Dutch - Romanian
1.
-
Dutchlaat maar, uitmaken
-
Romaniannu contează, nu-ți face griji
-
Dutchlaat maar
-
Romanianlasă, nu contează
2.
-
Dutchslechts, enkel, net, gewoon, maar
-
Romaniandoar, numai
-
Dutchmaar
3.
-
Dutchhoewel, maar
-
Romanianinsa
4.
-
Romanianultimul dar nu cel din urmă
5.
6.
7.
8.
-
Dutchgeen problee, maar natuurlijk
-
Romaniannicio problemă
9.
10.
-
Dutchwas het maar zo dat, or use auxiliary hebben with inversion and
-
Dutchwas het maar zo dat, or use auxiliary hebben with inversion and
11.
-
Dutchzeg maar, met andere woorden
-
Romanianadică
English translator: Dutch Romanian maar Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare