proper Dutch - Ukrainian
1.
-
Dutchnet, puur, proper
2.
-
Dutcheigenschap
3.
-
Dutchgeschikt, passend, toepasselijk
4.
-
Dutchpreut
5.
6.
-
Dutchpreuts
7.
-
Dutchvolgend
-
Ukrainianнасту́пний
-
Dutchnaast, dichtst
-
Dutchvolgend, aanstaand (chronology)
8.
-
Dutchaanmatigend
9.
-
Ukrainianмережа
10.
-
Dutchkeurig, goed, net, welvoeglijk
11.
-
Dutchzich gedragen
12.
13.
14.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
15.
-
Dutchte laat
16.
-
Dutchthuishoren, horen
-
Dutchtoebehoren van
17.
-
Dutchafwijkeling
18.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
19.
-
Dutchgoed, juist, gepast, geschikt
-
Dutcheigen
20.
-
Dutchverlaat, laattijdig
21.
-
Dutchbuitenbeentje, alleenstaande
22.
-
Dutchopdeling, verdeling
English translator: Dutch Ukrainian proper Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare