sätta Dutch - Tagalog
1.
-
Dutchin elkaar zetten
2.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Tagalogmaglagay, ilagay, lagyan
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Tagalogayusin, iayos, mag-ayos, isaayos
-
Dutchzetten
3.
-
Dutchonmogelijk maken
4.
-
Dutchopstoken
5.
-
Dutchplaatsen
6.
-
Dutchplaatsen
7.
-
Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen
8.
9.
-
Dutchmuilkorven
10.
-
Dutchzetten, neerzetten
-
Tagalogmaglagay, ilagay, lagyan
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Tagalogayusin, iayos, mag-ayos, isaayos
-
Dutchzetten
11.
-
Dutchbeginnen, starten, aanvangen, initiëren
12.
-
Dutchinvoegen
13.
-
Dutchbewerkstelligen
14.
-
Dutchin de boeien slaan, handboeien omdoen, boeien
15.
-
Dutchgaan zitten
-
Tagalogumupo
16.
-
Dutchvastmaken
17.
-
Dutchbewerkstelligen
18.
-
Dutchwaarderen, appreciëren, dankbaar zijn voor
-
Dutchnaar/op waarde schatten, waarderen
19.
-
Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten
20.
-
Dutchin brand steken, aansteken
21.
-
Dutchaanzetten, inschakelen
English translator: Dutch Tagalog sätta Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare