change Dutch - Tagalog
1.
-
Dutchwispelturig, onbetrouwbaar, onbestendig, grillig, onberekenbaar
-
Tagalogbalimbing
2.
-
Dutchkracht
3.
-
Dutchcheckzoeven (1), checkzoemen (4)
4.
-
Dutchcheckstap
5.
-
Dutchblijven, resteren
6.
-
Dutchwisselkoers
7.
-
Dutchverwisselen, omwisselen
8.
-
Dutchveranderlijk, versatiel, wispelturig, capricieus
9.
-
Dutch-achtig, -lijk, -ig
-
Dutch(the adverb is usually the same as the adjective: no change in form), -erwijs, -lijk
10.
-
Dutchkookpunt
11.
12.
-
Dutchaanpassing
13.
14.
-
Dutchverhuizen
15.
16.
-
Dutchovergaan
17.
-
Dutchkracht
18.
-
Dutchinvloed, beïnvloeding
-
Tagaloghibo
19.
-
Dutchkracht
20.
21.
-
Dutchkracht
22.
-
Dutchaanpassen
23.
-
Tagalogtingid
24.
25.
-
Dutchworden qualifier
26.
-
Dutchklankwet
27.
-
Dutchepigenetica
28.
-
Dutchgevoeligheid
29.
-
Dutchkracht
30.
-
Dutchkappen
31.
-
Dutchafbuigen, buigen, draaien, gaan
-
Dutchbuigen, corrigeren
32.
-
Tagalogbalinyuin
33.
-
Tagaloglakdasingawin
34.
-
Dutchdraaien
-
Dutchafslaan
-
Dutchverkleuren
-
Dutchdraai, bocht (in traffic)
35.
-
Dutchhoekversnelling
36.
-
Dutchzonsondergang
37.
-
Dutchparadigmawissel
38.
-
Tagalogdespigurahin, papangitin
39.
-
Dutchomzet, verloop
40.
-
Dutchcrisis
41.
-
Dutchkappen
42.
-
Dutchscrollen
43.
-
Dutchvloeibaar, vloeibare
44.
-
Dutchoverlopen, deserteren
45.
-
Dutchkneedbaar
46.
-
Dutchhoekversnelling
47.
-
Tagalogpag-ibanyuhay
48.
-
Dutchvergroten, uitbreiden, openzetten, opentrekken
-
Dutchuitdijen, uitzetten, uitplooien
49.
-
Dutchversnellingspook
50.
-
Dutchroodverschuiving
51.
52.
-
Dutchveranderen, zich aanpassen
-
Tagalogbago
-
Dutchveranderen, aanpassen
-
Tagalogibago, bayluhin
-
Dutchzich omkleden
-
Tagalogpalit
-
Dutchoverstappen
-
Tagalogpalit
-
Dutchverandering
-
Tagalogpagbabago, baylo
-
Dutchwisselgeld
-
Tagalogbarya
-
Dutchandere kleren
-
Tagalogpalit, kapalit
-
Dutchwisselgeld
-
Tagalogsukli
53.
-
Dutchploegendienst
-
Tagalogtanda
54.
-
Dutchwijzigingbewerking
-
Dutchbewerken, wijzigen
55.
-
Dutchvloeien
56.
-
Dutchbewegen, zich bewegen, zich verplaatsen
-
Dutchverhuizen
-
Dutchcheckzetten, checkeen zet doen
-
Dutch(doen) bewegen, verroeren, roeren
English translator: Dutch Tagalog change Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare