change Dutch - Latin
1.
-
Dutchwispelturig, onbetrouwbaar, onbestendig, grillig, onberekenbaar
2.
-
Dutchkracht
-
Latinvisfortitudo
3.
-
Dutchcheckzoeven (1), checkzoemen (4)
4.
-
Dutchcheckstap
5.
-
Dutchblijven, resteren
-
Latinsto, maneo, sedeo
6.
-
Dutchwisselkoers
7.
-
Dutchverwisselen, omwisselen
8.
-
Dutchveranderlijk, versatiel, wispelturig, capricieus
9.
-
Dutch-achtig, -lijk, -ig
-
Dutch(the adverb is usually the same as the adjective: no change in form), -erwijs, -lijk
-
Latinē, iter
10.
-
Dutchkookpunt
11.
-
Latintransfiguro, muto, perforo, transformo, immuto
-
Latinmuto, perforo
12.
13.
-
Dutchaanpassing
-
Latinaccommodātiō
14.
15.
-
Dutchverhuizen
16.
17.
-
Dutchkracht
-
Latinvisfortitudo
18.
-
Dutchinvloed, beïnvloeding
19.
-
Dutchkracht
-
Latinvisfortitudo
20.
21.
-
Latinamaurōsis
22.
-
Dutchkracht
-
Latinvisfortitudo
23.
-
Dutchaanpassen
24.
-
Dutchconstant
25.
-
Dutchworden qualifier
26.
-
Dutchklankwet
27.
-
Dutchepigenetica
28.
-
Dutchgevoeligheid
29.
-
Dutchkracht
-
Latinvisfortitudo
30.
-
Dutchkappen
31.
-
Dutchafbuigen, buigen, draaien, gaan
-
Dutchbuigen, corrigeren
32.
-
Latincommoveō
33.
-
Dutchdraaien
-
Latintorqueō
-
Dutchafslaan
-
Dutchverkleuren
-
Dutchdraai, bocht (in traffic)
34.
-
Dutchhoekversnelling
35.
-
Dutchzonsondergang
-
Latincrepusculu
36.
-
Dutchparadigmawissel
37.
-
Dutchomzet, verloop
38.
-
Dutchcrisis
39.
-
Dutchkappen
40.
-
Dutchscrollen
41.
-
Dutchvloeibaar, vloeibare
42.
-
Dutchoverlopen, deserteren
-
Latindēscīscō
43.
-
Dutchkneedbaar
44.
-
Dutchhoekversnelling
45.
-
Dutchvergroten, uitbreiden, openzetten, opentrekken
-
Dutchuitdijen, uitzetten, uitplooien
46.
-
Dutchversnellingspook
47.
-
Latinephemeris
48.
-
Dutchroodverschuiving
49.
50.
-
Dutchveranderen, zich aanpassen
-
Latincambire, muto
-
Dutchveranderen, aanpassen
-
Latincambiare, muto
-
Dutchzich omkleden
-
Dutchoverstappen
-
Dutchverandering
-
Latincambiatio
-
Dutchwisselgeld
-
Latinmutatio, permutatio
-
Dutchandere kleren
-
Dutchwisselgeld
51.
-
Dutchploegendienst
52.
-
Dutchwijzigingbewerking
-
Latincorrectio
-
Dutchbewerken, wijzigen
-
Latincorrigō
53.
-
Dutchvloeien
54.
-
Dutchbewegen, zich bewegen, zich verplaatsen
-
Latinmoveo
-
Dutchverhuizen
-
Dutchcheckzetten, checkeen zet doen
-
Dutch(doen) bewegen, verroeren, roeren
English translator: Dutch Latin change Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare