<>

blijven Dutch - Swahili

1.

  • Dutchblijven, achterblijven


  • Dutchblijven, resteren


2.

  • Dutchverblijven, blijven, stoppen


3.

  • Dutchverblijven, blijven, stoppen


4.


5.


6.

  • Dutchblijven bij, volhouden, met klem beweren, erop staan, aandringen

  • Swahilishinikizo


7.

  • Dutchverblijven, blijven, stoppen


8.


9.

  • Dutchzich houden aan, trouw blijven aan


10.

  • Dutchblijven, verblijven

  • Swahilikaa


  • Dutchblijven, verblijven


11.





English translator: Dutch Swahili blijven  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare