blijven Dutch - Russian
1.
-
Dutchblijven, achterblijven
-
Russianостава́ться
-
Dutchblijven, resteren
-
Russianостава́ться
2.
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
3.
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
4.
-
Dutchonvolgroeid blijven
5.
-
Dutchlanger blijven dan
6.
-
Dutchblijven bij, volhouden, met klem beweren, erop staan, aandringen
-
Russianнаста́ивать
7.
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
-
Russianостана́вливаться
8.
-
Dutchblijven steken
-
Russianзастрева́тьзащемля́ть
-
Dutchcheckbijblijven, checkblijven hangen
9.
-
Dutchzich houden aan, trouw blijven aan
-
Russianостава́ться ве́рным
10.
-
Dutchblijven, verblijven
-
Russianостава́ться
-
Dutchblijven, verblijven
-
Russianостава́ться, оста́ться
11.
-
Dutchblijven, wachten
-
Dutchverblijven
-
Russianостана́вливаться
English translator: Dutch Russian blijven Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare