stand Dutch - Slovene
1.
-
Slovenerazuméti
2.
-
Dutchenz., en zo voorts, etc.
3.
4.
-
Dutchwankel
5.
-
Dutchop
6.
-
Dutchbijzin
7.
-
Dutchtweevoet
8.
-
Dutchbewaren, in stand houden
9.
-
Dutchstand
10.
-
Dutchvertegenwoordigen, representeren
11.
-
Dutchneeded
12.
-
Dutchavontuurtje
13.
-
Dutchstatief
14.
-
Dutchstaat
15.
-
Dutchenz., en zo voorts, etc.
16.
-
Dutchop
17.
18.
-
Dutchreserve
19.
-
Dutchop
20.
-
Dutchobstakel
21.
-
Dutchvriezerdiepvries
-
Slovenezmrzovalnik
22.
-
Dutchonmogelijk maken
23.
-
Dutchparaatheid
-
Slovenepozor
24.
-
Dutchin stand houden
25.
26.
-
Sloveneprivoščiti
27.
-
Dutchstaat
28.
-
Dutchbewerkstelligen, verwezenlijken, tot stand brengen
29.
-
Dutchop
30.
-
Sloveneza
31.
-
Sloveneza
32.
33.
-
Dutchparaatheid
-
Slovenepozor
34.
35.
-
Dutchzonnewende
36.
-
Dutchpopulatie, bevolking
37.
-
Dutchop
38.
-
Dutchzonnewende
39.
-
Dutchhoofdzin
40.
-
Dutchbijzonder, prominent
41.
-
Dutchondergrond
42.
-
Dutchrede
43.
-
Dutchmoeilijk, zwaar
44.
-
Dutchbestaan
45.
-
Dutchblablabla
46.
-
Dutchweerstaan
47.
-
Dutchaltijd, immer, altoos, steeds
-
Slovenevédno, zméraj
48.
-
Dutchnuttig, bruikbaar, dienstig
-
Sloveneuporaben
49.
50.
-
Dutchstandpunt
51.
52.
-
Dutchqualifiernlranzig, qualifiernl
53.
-
Dutchurinoir, pisbak
54.
-
Dutchverschijnen
55.
-
Dutchafslaan
56.
-
Dutchdo, domme, onverstandig, onverstandige, sto, stomme
-
Sloveneneumen, butast, trapast, glup
57.
-
Dutchovereind springen, opspringen
58.
-
Dutchstilstand
-
Dutchstoppen, stuiten
59.
60.
-
Dutchzich houden aan, trouw blijven aan
61.
-
Dutchstellingname
62.
-
Dutchafstandelijk
63.
-
Dutchin staat (de
64.
-
Dutchrondhangen
65.
-
Dutchgetrouwd/huwelijk onder zijn/haar stand
English translator: Dutch Slovene stand Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare