röra Dutch - Slovene

1.

  • Dutchaanraken, beroeren, raken

  • Slovenedotikatidotakniti


  • Dutchraken, roeren, ontroeren


2.

  • Dutchbewegen, zich bewegen, zich verplaatsen

  • Sloveneneeded


  • Dutch(doen) bewegen, verroeren, roeren


  • Dutchontroeren, roeren, bewegen, aangrijpen, ontzetten


3.

  • Dutchontroeren, emotioneren, emotioneren


4.


5.


6.





English translator: Dutch Slovene röra  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare