grijpen Dutch - Slovene
1.
-
Dutchgrijpen
2.
3.
4.
-
Dutchvatten, grijpen
5.
-
Dutchgrijpen, vangen, pakken
-
Dutchgrijpen, aangrijpen
6.
-
Dutchgrijpen
7.
-
Dutchplukken, grabbelen, grijpen, rukken
8.
-
Dutchgrijpen, vastpakken
-
Dutchbegrijpen, snappen
9.
-
Dutchprofiteren, grijpen
English translator: Dutch Slovene grijpen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare