uitspreken Dutch - Russian

1.

  • Dutchdeclareren, verklaren, uitspreken

  • Russianоглаша́ть, объявля́ть


2.

  • Dutcharticuleren, goed/correct uitspreken, uitspraak verzorgen


3.


4.





English translator: Dutch Russian uitspreken  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare