oorspronkelijk Dutch - Russian
1.
-
Dutchoorspronkelijk, oer-
-
Russianизнача́льный
2.
-
Dutchoorspronkelijk
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianпервонача́льный, перви́чный, исхо́дный, оригина́льный
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianно́вый, све́жий
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianсве́жий, своеобра́зный, оригина́льный
3.
-
Dutchongerept, oorspronkelijk, onaangeroerd
-
Russianчи́стыйнеиспо́рченный
4.
-
Dutchinheems, autochtoon, oorspronkelijk
-
Russianкоренно́й, абориге́нный, ме́стный, тузе́мный, автохто́нный qualifier
5.
-
Dutchoorspronkelijk, ingeboren, inheems, geboren en getogen
-
Russianкоренно́й, тузе́мный
6.
-
Dutchoorspronkelijk
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianпервонача́льный, перви́чный, исхо́дный, оригина́льный
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianно́вый, све́жий
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Russianсве́жий, своеобра́зный, оригина́льный
English translator: Dutch Russian oorspronkelijk Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare