oorspronkelijk Dutch - Portuguese
1.
-
Dutchoorspronkelijk, oer-
-
Portugueseprimordial
2.
-
Dutchoorspronkelijk
-
Portugueseoriginal, originário
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
3.
-
Dutchongerept, oorspronkelijk, onaangeroerd
-
Portuguesevirge, pristino, imaculado
4.
-
Dutchinheems, autochtoon, oorspronkelijk
-
Portugueseindígena, nativo
5.
-
Dutchoorspronkelijk, ingeboren, inheems, geboren en getogen
-
Portugueseindígena, nativo
6.
-
Dutchoorspronkelijk
-
Portugueseoriginal, originário
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
-
Dutchorigineel, oorspronkelijk
-
Portugueseoriginal
English translator: Dutch Portuguese oorspronkelijk Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare