abandonar Dutch - Polish

1.


2.

  • Dutchopgeven, loslaten, verzaken, afstand doen van


  • Dutchopgeven, loslaten


  • Dutchopgeven, loslaten, verzaken (ann)


3.


4.

  • Dutchopgeven, prijsgeven

  • Polishporzucać


  • Dutchachterlaten, in de steek laten, verlaten, begeven qualifier

  • Polishopuszczać


  • Dutchverwerpen, afwijzen, verbannen

  • Polishwyganiać


5.


6.


7.


8.

  • Dutchlaten voorbijgaan, passen





English translator: Dutch Polish abandonar  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare