abandonar Dutch - Czech

1.


2.

  • Dutchopgeven, loslaten, verzaken, afstand doen van


  • Dutchopgeven, loslaten


  • Dutchopgeven, loslaten, verzaken (ann)


3.


4.

  • Czechvzdávat se

  • Dutchopgeven, prijsgeven


  • Czechopustit

  • Dutchachterlaten, in de steek laten, verlaten, begeven qualifier


  • Dutchverwerpen, afwijzen, verbannen


5.


6.

  • Czechopustit

  • Dutchverlaten, achterlaten


7.

  • Dutchlaten voorbijgaan, passen





English translator: Dutch Czech abandonar  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare