wijze Dutch - Norwegian

1.


2.

  • Dutchwijs, wijze

  • Norwegianklok, vis


  • Dutchwijze

  • Norwegianvismann


3.


4.


5.

  • Dutchop eerlijke wijze, openlijk


6.

  • Dutch(bij) manier van spreken, (bij) wijze van spreken, stijlfiguur


7.

  • Dutchevenzo, eveneens, op gelijkaardige wijze, op gelijkwaardig


8.


9.





English translator: Dutch Norwegian wijze  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare