graag Dutch - Norwegian
1.
-
Dutchgraag gedaan
-
Norwegianbare hyggelig, værsågod
2.
-
Dutchgraag, willens
3.
-
Dutchgeen problee, graag gedaan
-
Norwegianikke noe proble
4.
-
Dutchgraag
5.
-
Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden
-
Norwegianlike, synes o
-
Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden
-
Norwegianlike, synes o
6.
-
Dutchwelko, welkome, graag gezien
-
Dutchverwelkomen, graag ontvangen
English translator: Dutch Norwegian graag Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare